Petrus Johannes Bruijnzeels is geboren op 22 september 1886 in Woensdrecht, zoon van Johannes Bruijnzeels en  Josi(e)na Maria Brugmans. Zijn lichaamslengte was 1.63 m. Zijn uitgeoefende beroep was arbeider, totdat hij op 20-jarige leeftijd in 1906 in dienst ging.

MILITAIR

Hij was militair in het 3e infanterie. Op 23 december 1905 was hij aangewezen voor dienst, op 2 maart 1906 werd hij ingelijfd en hij kreeg (driejaarlijks) groot verlof in september 1909, september 1912 en september 1913. Het lijkt er op dat dit echt zijn levensdoel is geworden, tot zijn huwelijk op 39 jarige leeftijd. In 1914 is de 1e wereldoorlog begonnen. Uit de ansichtkaarten blijkt dat hij gewoon bij zijn ouders/familie thuis kwam in Woensdrecht. Hij heeft uiteindelijk geholpen bij de opvang van vluchtelingen in Bergen op Zoom. Op 1 januari 1916 werd hij ingelijfd bij de landsweer. Hij heeft tot zijn huwelijk in 1926 in militaire dienst geweest.

        zie pdf onder

HUWELIJK

Petrus trouwde, 39 jaar oud, op 20 mei 1926 in Wemeldinge met Rosalia Danckaert, 33 jaar oud. Uit bewaarde ansichtkaarten blijkt dat ze elkaar al in 1914 kenden en altijd contact hebben gehad. Ook de zussen van Rosalia waren bekenden van hem. Vele ansichtkaartjes zijn als militair naar Rosalia en haar zussen gestuurd. Zijn vader was al overleden. Het is onduidelijk of zijn moeder met het huwelijk eens was. Hij was meerderjarig, dus toestemming was niet nodig.

Rosalia is geboren op 28 september 1892 in Amsterdam, dochter van Antonius Hendricus Danckaert en Milanie van der Cruijssen. Voor de achtergrond van haar ouders, zussen en haarzelf zijn eigen pagina's aangemaakt.

GEBOORTE ZOON

Het vermoeden is dat het enig kind (Antonius Hendricus, 2 april 1926) een (gewenst) ongelukje was. Ze kenden elkaar al jaren en het inkomsten als militair was redelijk te noemen.  Het uiterlijk van het kind maakt dat er geen twijfel is dat Petrus de vader is. De genen van het kind is bij andere naamgenoten te herkennen als twee druppels water. Het ondertrouw heeft pas plaatsgevonden in de week voor de bevalling, Rosalia is thuis bij haar ouders bevallen, het huwelijk werd pas  gesloten zes weken na de geboorte. Er was geen kerkelijk huwelijk. Ook de vader en oom van Rosalia was op de huwelijksakte (alsnog)doorgehaald als getuigen en vervangen door neutrale getuigen van de gemeente zelf. Anderzijds kwam Petrus direct in het huis van Rosalia en haar ouders en zussen te wonen en werkte hij ook als grondwerker, net als schoonvader. Van onvrede lijkt dat ook geen sprake geweest, eerder van maatschappelijk afstand doen van het huwelijk.

Na zijn huwelijk is Petrus als grondwerker begonnen. In eerste instantie bij de aanleg van het kanaal tussen Wemeldinge en Hansweert. De familie woonde in wijk C in Wemeldinge. Dit was tijdelijke bebouwing aan de rechterkant van het kanaal.

Bovenstaande informatie is deels gevonden uit familie-correspondentie, voor een deel via de digitale archieven, en gebiedskennis dankzij de archivaris van Kapelle (hieronder valt Wemeldinge tegenwoordig)

VERHUIZING OVERSCHIE

 

11 Februari 1929 is Petrus met zijn vrouw Rosalia en zoon Anton verhuisd naar Overschie. De aanleiding is waarschijnlijk geweest de aanleg van de A13 waar voor grondwerkers een goed betaalde boterham te regelen was. Onderstaande foto geeft de tijdgeest weer. Hij staat er niet zelf op. Van zijn zoon (onze (schoon)vader) weten we dat ze met de auto nog regelmatig naar Hansweert gingen op familiebezoek. Petrus verdiende genoeg om een auto met chauffeur te huren. Dat was voor een gewone grondwerker onbetaalbaar, waardoor aangenomen kan worden dat hij inmiddels een leidinggevende functie zal hebben gehad. In Overschie heeft hij tot de 2e Wereldoorlog gewoond. De eerste woning was op de Zestienhovenskade 83, daarna naar de Parallelstraat 51a en Juni 1935 naar de Emmastraat 11b.

    

 

OVERLIJDEN

 

Op enig moment in de jaren 1942/1943 is hij terecht gekomen bij zijn zwager Gijsbert Schook en schoonzus Cornelia Danckaert in Uithuizermeeden. Zij woonden en werkten aldaar. Het is speculeren wat precies de reden is. In het bidprentje staat dat hij was 'arbeidende ver van huis om het dagelijks brood te verdienen voor zijn goede vrouw en zijn eenigen zoon'.  Dit geeft aanleiding om te denken dat hij vrijwillig uit Overschie is weggegaan en niet als (dwang)arbeider heeft gewerkt voor de bezetter.

 

Dit heeft niet lang geduurd. 29 November 1943 werd hij 'plotseling bezocht door den dood' en overleed in de ouderdom van 57 jaren. Ondanks de oorlogsjaren is hij gewoon teruggebracht naar zijn vrouw in Overschie en aldaar ook begraven op het R.K. kerkhof. 

 

     

 

 

 

 

---